Hoborieten ijken
Een hoboriet speelt pas echt fijn als de bladen van het riet op de juiste afstand van elkaar staan. Als de bladen te ver van elkaar af staan, dus als het riet te open staat, voelt het riet zwaar aan. De laagte knalt eruit en de hoge noten zijn heel moeilijk om op stemming te krijgen. Staat het riet te dicht dan spreken de lage noten niet goed aan (de lage C 'ratelt') maar de hoge noten gaan erg makkelijk. De klank is dan dun en resoneert niet goed.
Het is dus zaak om de bladen zo te positioneren dat de hobo zowel hoog als laag lekker speelt. Dit doe je door het riet te ijken.
Neem een stemapparaat en speel een midden c met genoeg ademsteun (!) op 441 of 442 hz. Vervolgens speel je een lage C. Druk het riet op het koperdraadje dichter als de lage C heel luid klink (knalt) of opener als hij heel zacht klinkt. Speel nu de hoogste c. Zet het riet dichter als deze te laag is of 'zwabbert' en opener als deze heel makkelijk (zonder ademsteun) eruit komt of zelfs te hoog is.